Toneelstuk gebaseerd op de gebroeders Grimm Toneelversie van Manuel Schöbel
Roodkapje woont met haar moeder in een kleine hut midden in het bos. Op een dag is haar oma ziek en laat haar moeder Roodkapje haar zelfgebakken taart en een fles wijn brengen. De eerste keer alleen in het bos! Met het goedbedoelde advies van haar moeder in haar achterhoofd gaat Roodkapje dapper en opgewonden op pad. Gelukkig is ze niet helemaal alleen, want eekhoorns, egels en hazen houden haar in de gaten, net als de grote bomen. Maar ook de boze wolf ligt op de loer en leidt haar behendig van het pad af, zodat ze zelf de weg naar haar grootmoeder kan vinden. Het sprookje neemt zijn vertrouwde loop en de wolf verslindt grootmoeder en Roodkapje. De jager, die eigenlijk liever boswachter wil zijn, en de moeder van Roodkapje snellen te hulp en worden gelukkig actief gesteund door de dieren om de boze wolf te slim af te zijn.
Een sprookje over de liefde voor de natuur en de saamhorigheid waardoor zelfs de allerkleinsten tot grote dingen in staat zijn.